Info, inspraak en participatie
Wat vertellen de kinderen?
Kinderen hebben recht op informatie over wat er met hen gebeurt. Ouders geven soms uitleg, en ook de individuele begeleider (IB) doet dat. Sommige kinderen willen alles weten en overal bij zijn. Maar niet alle kinderen willen alles weten. Zij willen weten wat nodig is, wat over hen gaat. Zij willen zich echter niet over alles zorgen moeten maken.
Als kinderen iets willen vertellen of vragen, gaan zij hiervoor vaak bij een van hun ouders. Voor sommigen is de babbeljuf er of zij stappen naar een van de begeleiders. Begeleiders kunnen bijvoorbeeld tussenkomen als er ruzie is tussen twee kinderen. Volgens sommige kinderen luisteren zij wel goed, maar doen zij niet altijd iets om het op te lossen.
Er zijn ook kinderen die niet weten bij wie zij terecht kunnen als zij hun mening over iets willen geven of iets willen veranderen. En zij durven niet altijd alles vragen, bijvoorbeeld hoelang zij in de voorziening moeten blijven, of als zij eigenlijk liever een andere IB zouden willen.
Kinderen die een jeugdrechter hebben kunnen ook soms aan hem zeggen wat zij van iets vinden. Vanaf 12 jaar moet de jeugdrechter af en toe naar het kind luisteren. Kinderen weten wel dat de jeugdrechter niet alleen met het kind kan rekening houden. Er zijn ook de ouders en ook begeleiders mogen zeggen wat zij denken dat goed zou zijn voor het kind.
Bij wie kan jij terecht met je vragen?
Kinderen mogen over sommige dingen mee beslissen. In de leefgroep hebben zij hiervoor soms een vergadering met alle kinderen. Dan mogen zij hun mening geven, en zeggen wat zij anders zouden willen. Kinderen vinden die vergaderingen belangrijk. Het is voor kinderen niet gemakkelijk om te weten wat dan juist anders zou kunnen.
Gebeurt dit bij jou in de leefgroep?
Kinderen mogen soms mee beslissen, bijvoorbeeld wat zij graag eten, of welk spelletje er zal gespeeld worden op woensdagnamiddag, of welke hobby het kind wil doen. Kinderen die ook thuis wonen mogen daar meer zelf kiezen en beslissen.
Sommige kinderen mogen zelfs mee beslissen naar welke school zij gaan. Misschien gaat een vriendje naar die school, of heeft de school een mooie naam.
Kinderen vinden het leuk om mee te mogen beslissen over de regels en afspraken. Dit kan nochtans niet overal. Kinderen weten zelf niet altijd wie de regels maakt.
Er zijn ook kinderen die denken dat er niet snel iets zal veranderen. Maar toch blijft het belangrijk dat zij hun mening mogen geven. En zij begrijpen dat niet alles wat zij willen zomaar kan. Sommige kinderen vragen ook dingen die niet mogelijk zijn. Voor een kind was een niet realistische vraag om bijvoorbeeld die dag naar een pretpark gaan. Een kind zegt dat begeleiders weten wat het best is.
Waarover mag jij mee beslissen?
Kinderen mogen niet altijd overal bij zijn. Soms heeft een begeleider een gesprek met ouders zonder het kind. Of mag het kind kiezen of hij erbij is. En begeleiders spreken ook met elkaar zonder de kinderen.
Begeleiders hebben ook een dossier over elk kind. Kinderen mogen dit inkijken, maar weten dit niet altijd. Slechts enkele kinderen kijken het dossier ook in.
Kinderen die ook een eigen boekje hebben mogen kiezen wat zij daar in schrijven of tekenen.