De student heeft inzicht in de specificiteit van de hoortoestelaanpassing bij jonge kinderen,
De student heeft inzicht in de selectiecriteria; hij kan een gepast hoortoestel en oorstuk selecteren i.f.v. de leeftijd en specifieke noden van het kind.
De student kan a.d.h.v. de audiometrische gegevens een DSL-by-hand fiche invullen,
De student kan een hoortoestel correct instellen en controlemetingen uitvoeren.
De student kan een RECD-meting correct uitvoeren en interpreteren.
1. Inleiding
Doel Belang diagnostiek Hoortoestelaanpassing bij kinderen (-) volwassenen Groter geheel Samenwerking met anderen
2. Interventie om de auditieve capaciteiten van het kind te verbeteren
Middenoorproblematiek Permanent gehoorverlies
3. Protocol voor hoortoestelaanpassing bij baby’s en jonge kinderen (naar Bauchaine, 2001)
3.1. Het nemen van oorafdrukken
3.2. Het opmeten van RECD
3.3. Preselectie
3.3.1. Wijze
3.3.2. Keuze van het aan te passen oor
3.3.3. Toe te passen winst
3.3.4. Frequentiegebied
3.3.5. MPO en begrenzing
3.3.5.1. Compressielimitering
3.3.5.2. Peak clipping
3.3.5.3. Eenvoudige formules om een eerste schatting van het MPO te maken
3.3.6. Soort versterking
3.3.7. Regelmogelijkheden
3.3.8. Model v/h hoortoestel en kenmerken
3.3.9. Technologische kenmerken
3.4. Selectie
3.5. Eindselectie
3.6. Opvolging
4. Beengeleiding
5. Spraakverstaan in omgevingslawaai
6. Hoortoestelaanpassing bij dove kinderen
6.1. Inleiding
6.2. Doel van het hoortoestel bij dove kinderen
6.3. Geldende, realistische verwachtingen
6.4. Het oorstuk
6.5. Het hoortoestel
7. DSL ?i/o methode
7.1. Achtergrondinformatie over DSL methode
7.2. Practische informatie
7.3. DSL for windows
7.4. Basistermen bij het gebruik van de DSL- methode
7.5. Practische uitwerking
8. DSL by hand
8.1. Theoretisch handmatige methode
8.2. Practisch DSL by hand
9. DSLm[I/O] V5
10. Richtlijnen voor fitting van FM systemen