Flexibiliteit en gewrichtsmobiliteit

Ouder worden gaat onder andere gepaard met verminderde lenigheid. Oudere personen die vaak zitten, lopen een nog hoger risico op stijve spieren en gewrichten. Daarom zijn oefeningen op flexibiliteit en gewrichtsmobiliteit belangrijk. Soepele spieren en gewrichten maken beweging en uitvoering van bepaalde handelingen gemakkelijker. Verminderde mobiliteit is een belangrijke risicofactor voor een verhoogd valrisico. Flexibiliteit is samen met kracht, evenwicht en reactie tijd een van de risicofactoren voor vallen die het gemakkelijkste kan aangepakt worden. Stretch oefeningen vergroten de flexibiliteit en de mobiliteit en zijn daarom ook belangrijk om valrisico’s te verminderen. Stretchen vergroot de statische flexibiliteit van het bewegingsapparaat, door de lenigheid te behouden kunnen oudere personen langer zelfstandig thuis wonen. De volledige ROM (Range Of Motion of het bewegingsbereik van een spier of gewricht) wordt behouden door stretchoefeningen uit te voeren. De flexibiliteit wordt ook behouden door uitvoering van spiertraining, belangrijk hierbij is echter wel dat het gehele bewegingstraject wordt uitgevoerd. De beweging moet dus volledig uitgevoerd worden.

Stijfheid van spieren en gewrichten heeft een invloed op de mobiliteit, de zelfredzaamheid en het sociale leven van de oudere persoon. Het kan zijn dat de ouderen activiteiten gaan vermijden, waardoor het sociaal contact verminderd. Doordat ze zich minder goed kunnen verplaatsen, verhoogd de afhankelijkheid. Dagelijkse activiteiten in het huishouden kunnen worden verwaarloosd, in het ergste geval kan dit ook gelden voor de persoonlijke hygiëne enzovoort. Door uitvoering van deze oefeningen kan eventuele afhankelijkheid worden vermeden.

Belangrijk bij de uitvoering van deze oefeningen is dat er steun wordt genomen voor een goede uitvoering. Het hoofddoel is stretchen. Het is dus niet de bedoeling dat er ook gewerkt wordt op evenwicht. Indien een oefening goed lukt en de persoon zeker is dat de uitvoering ook veilig lukt zonder steun, mag dit getest worden. Er moet echter nog steeds steun aanwezig zijn. Stretchen van de spieren gebeurt steeds binnen de pijngrens. Het stretchen mag nooit pijn doen, maar moet wel gevoeld worden. Daarom moet er ver genoeg worden gerekt. Hetzelfde geldt voor de gewrichten. Gewrichten kunnen stijf zijn, waardoor bepaalde bewegingen moeilijk kunnen worden uitgevoerd. Er moet traag bewogen worden om ervoor te zorgen dat de oefeningen geen pijn doen.