T4.3.1 Materiaal en organisatie

Beginsituatie
Het is van belang dat de kleuters de benaming en de functie van het materiaal kennen (actieve kennis).
De kleuters moeten het ‘onderwerp’ ook al ‘beleefd’ hebben.
Ze moeten ook de handelingen zelf kunnen uitvoeren (een beetje hulp van de KL of andere kleuters kan als ondersteuning).  Indien niet doe je deze activiteit best nog niet.

 

Materiaal
Er moet ‘voldoende’ materiaal zijn, zodat alle kleuters aan bod kunnen komen.
De bedoeling is dat de kleuters het materiaal chronologisch ordenen, dit wil zeggen ‘naargelang’ zij het nodig hebben.
Ideaal is dat ‘elke kleuter’ de volledige ‘handeling’ zelf kan uitvoeren, dus voorzie voor elke kleuter een eigen set materiaal.  Soms is het aangeraden dat de kleuters per twee werken (als het anders te lang zou duren).

Je voorziet best ook twee tafels: een tafel waar het materiaal in de verkeerde volgorde klaar ligt en een tafel waarop het materiaal in de juiste volgorde gelegd zal worden.  Het is voor kleuters verwarrend als je het materiaal door elkaar begint te halen.  Best eerst nadenken welk voorwerp ze eerst nodig hebben, leggen op de tweede tafel, dan zoeken naar het volgende voorwerp, enzovoort.

Voorbeeld: een geraniumstekje planten in een bloempot.
Opeenvolgende handelingen:

  • bloempot nemen;
  • aarde in bloempot doen;
  • stekje insteken;
  • aarde bijvoegen om stekje aan te aarden.

Benodigd materiaal voor ‘logische volgorde’ in chronologische volgorde:

  • voor elk kind één bloempot;
  • een aantal schopjes;
  • één hoop aarde;
  • voor elk kind één stekje (minstens);
  • een aantal schopjes;
  • één hoop aarde.

Bij een ‘praktische activiteit’ is er maar één hoop aarde nodig, bij ‘logische volgorde’ zijn er twee hopen aarde nodig, als je het chronologisch bekijkt.  Als kleuter kan dat je in verwarring brengen.  Van welke hoop moet ik nu aarde nemen?  Bovendien is het in de praktijk zo dat men niet van twee verschillende hopen aarde neemt.
Als we dit onderwerp willen geven als een activiteit logische volgorde moeten we aanpassen!
Aangepast materiaal voor ‘logische volgorde’ in chronologische volgorde:

  • voor elk kind één bloempot, reeds gedeeltelijk gevuld met aarde;
  • voor elk kind één stekje (minstens);
  • een aantal schopjes, afhankelijk van de organisatie (één of meerdere kleuters tegelijk);
  • één hoop aarde.

Nu is er geen verwarring meer voor de kleuters.  De opeenvolgende handelingen zijn ondubbelzinnig.

Soms is dit niet zo, dan moeten er vooraf afspraken gemaakt worden.  In een activiteit ‘aankleden van een pop’ moet er afgesproken worden of eerst de onderbroek of eerst de kousen aan gedaan worden.  Bij deze twee kledingstukken is er namelijk geen duidelijk opeenvolging.

 

Doelgroep
Aantal kleuters in de begeleide groep: ‘zes’ is aangewezen bij jongere kleuters, tot ‘acht’ kan bij oudere kleuters.
Deze vorm kan gebruikt worden bij elke leeftijd, behalve peuters.
Het is niet aangewezen om deze vorm aan te bieden als zelfstandige activiteit.