Getallen kan je op verschillende manieren voorstellen: met de naam van het getal (b.v. vier), met een getalbeeld, met een concrete visuele voorstelling (foto van 4 vingers), met symbolen (b.v. 4). Het is voor kleuters niet evident om die samenhang te zien.
Het kan bijvoorbeeld zijn dat een kleuter de naam van een getal ‘tienduizend’ kent, maar toch het getal (10000) niet kent. Of: een kleuter kan perfect antwoorden op de vraag ‘hoeveel jaar ben je?’ door drie vingers in de lucht te steken, maar kent de naam ‘drie’ niet actief. (Janssens, 2006)
Sterk focussen op de getalsymbolen zou het leren van die samenhang eerder beperken.