Tijd komt terug in verschillende leergebieden, maar in dit deel focussen we vooral op:
Leergebied ‘Wiskundige initiatie’ – Domein ‘Meten’
2.8 De kleuters kunnen bij vergelijking van twee voor hen bekende activiteiten en bij voldoende duidelijke verschillen, verwoorden welke activiteit het langst en welke het korst duurt.
2.9 De kleuters kunnen aan de hand van een kalender dagen aftellen tussen het nu en een speciale gebeurtenis waarvan de dag is aangegeven binnen de periode van 1 week.
Leergebied ‘Wereldoriëntatie’ – Domein ‘Tijd’
5.1 De kleuters begrijpen dat “gisteren” voorbij is en dat “morgen” nog moet komen. De kleuters kunnen de begrippen vandaag, dag, nacht in hun juiste betekenis gebruiken.
5.2 De kleuters kunnen een beperkt aantal vaste gebeurtenissen in het verloop van hun dag in een juiste volgorde zetten.
5.3 De kleuters tonen tijdsbesef aan de hand van het functioneel gebruik van verschillende kalenders.
5.4 De kleuters kunnen een eenvoudig visueel voorgesteld plan zelfstandig uitvoeren
5.5 De kleuters kunnen terugblikken op minstens twee voorbije activiteiten door deze in de juiste volgorde te rangschikken.
5.6 De kleuters kunnen in de tijd vooruitzien door minstens twee activiteiten na elkaar te plannen.
Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming (2010). Ontwikkelingsdoelen en eindtermen voor het gewoon basisonderwijs. Brussel: Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming.
(De link met het leerplan wiskunde VVKBaO vind je terug in de teksten zelf.)