G4.2 Symboolbewustzijn

Een cijfer is niet meer dan een symbool, een krul waarvan men heeft afgesproken dat het staat voor een bepaalde hoeveelheid.  Het symbool ‘3’ dient bijvoorbeeld om de eigenschap ‘hoeveelheid’ van drie stoelen aan te duiden.

In de kleuterklas kunnen we voorbereidend het symboolbewustzijn stimuleren.  We duiden bijvoorbeeld met pictogrammen aan welke activiteiten gepland zijn op de daglijn.  De kleuters krijgen elk een eigen symbooltje.

Iliana is het ‘ijsje’.  Ze weet zo aan welke kapstok ze haar jas moet hangen, waar ze haar werkjes in de klas moet opbergen, …
Wanneer ze in de winkel bij het diepvriesvak een ‘ijsje’ ziet, roept ze: “He, dat ben ik, papa!

Deze oefening van een leerkracht eerste leerjaar leert kinderen mooi dat een cijfer niet meer is dan een afgesproken symbool:

De meester toont drie scharen en vraagt evenveel andere voorwerpen te brengen.  De kinderen brengen drie stoelen, gaan zelf met drie naast elkaar staan, … De meester spreekt af met de kinderen dat ze vanaf nu die hoeveelheid met ‘zon’ benoemen. (Er is over ‘drie’ nog niet gesproken.)  Alle combinaties van drie voorwerpen worden met een ‘zon’ beplakt.  De hoeveelheid ‘vier’ krijgt het symbool ‘ster’, de hoeveelheid ‘vijf’ krijgt het symbool ‘wolk’.  […]
Na een tijdje laat de meester een leerling uit het derde leerjaar (de aanpalende klas) komen en vertelt aan de leerling dat hij scharen tekort heeft.  Hij vraagt om ‘wolk’ scharen te gaan halen.  De leerling kijkt vreemd en begrijpt de vraag niet … tot de meester de hoeveelheid visueel toont.  “Ach,” zegt de leerling “je bedoelt vijf scharen?”.  Waarna de meester met de kinderen van het eerste leerjaar een klasgesprek heeft over het gemak van algemeen afgesproken symbolen.  Bij de bakker vraag je beter drie pistolets in plaats van zon pistolets.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *