Meetkunde

Meetkunde komt terug in verschillende leergebieden, maar in dit hoofdstuk focussen we vooral op:

Leergebied ‘Wiskundige initiatie’ – Domein ‘Meten’
2.1 De kleuters kunnen handelend en verwoordend twee dingen vergelijken wat betreft hun kwalitatieve eigenschap.
2.2 De kleuters kunnen dingen kwalitatief vergelijken en samenbrengen op basis van één of twee gemeenschappelijke kenmerken.
2.3 De kleuters kunnen dingen rangschikken volgens de toenemende of afnemende mate van een welbepaald kwalitatief kenmerk.
2.4 De kleuters kunnen in concrete situaties handelingen uitvoeren met vormen, grootheden en figuren, in functie van een kwalitatief kenmerk
2.5 De kleuters kunnen handelend en verwoordend aangeven dat een bepaalde grootheid (lengte, inhoud, volume, gewicht, oppervlakte) van een ding dezelfde blijft, hoe dit ding ook geplaatst of geordend is in de ruimte.

Leergebied ‘Wiskundige initiatie’ – Domein ‘Ruimte’
3.1 De kleuters kunnen handelend, in concrete situaties de begrippen ‘in, op, boven, onder, naast, voor, achter, eerste, laatste, tussen, schuin, op elkaar, ver weg, dicht bij, binnen, buiten, omhoog en omlaag’ in hun juiste betekenis gebruiken.
3.2 De kleuters kunnen in een concrete situatie oplossingen vinden voor een ruimtelijk probleem.
3.3 De kleuters kunnen vanuit een patroon een rij of een reeks dingen verder zetten.

Leergebied ‘Nederlands’ – Domein ‘Spreken’
2.5 De kleuters kunnen iemand of iets beschrijven volgens kleur, vorm, grootte of een specifieke eigenschap.

 

Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming (2010). Ontwikkelingsdoelen en eindtermen voor het gewoon basisonderwijs. Brussel: Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming.