T4.6.2 Verloop

Waarnemen en bespreken van het materiaal
Hier wordt besproken hoe iedereen zijn eigen reeks kan herkennen.
Het gebruik van eventuele attributen wordt eveneens besproken.
Elke kleuter mag zelf een naam kiezen voor zijn hoofdfiguur.

In tegenstelling tot alle vorige vormen van LV worden hier nog geen kernzinnen gevormd.

 

Aanbrengen van de chronologische volgorde
Elke kleuter bouwt zelfstandig een logisch verhaal op. 
De kleuters mogen een prent slechts plaatsen als zij het gepaste getalbeeld gegooid hebben.
Om het spel iets vlugger te laten verlopen gebruikt men slechts vijf prenten en kiest men bij het gooien van zes één van volgende spelregels:

  • de volgende prent mag geplaatst worden (om het even de hoeveelste het is);
  • er mag nog eens gegooid worden.

Telkens de kleuter een prent bijgeplaatst heeft, vestigt de leid-st-er zijn aandacht op de (on)mogelijkheid.  Indien de kleuter dit wenst kan hij een andere prent plaatsen (later niet meer).
Naargelang het niveau van de kleuters kan het spel stoppen als er één kleuter zijn verhaal beëindigd heeft of het spel kan doorgaan tot iedereen zijn reeks afgewerkt heeft;  Dit laatste kan echter wel zeer lang duren.
Wanneer het spel stopt bij één afgewerkte reeks via de dobbelsteen is het aan te raden om de andere spelers de kans te geven hun reeks af te werken, zonder te gooien met de dobbelsteen.

 

Inoefenen van de chronologische volgorde
De winnaar mag als eerste zijn verhaal aan de andere spelers vertellen.  Iedereen volgt mee bij zijn eigen reeks.
Wanneer er spelers zijn die een ander verhaal gemaakt hebben, mogen ook die het vertellen.
Elk verhaal wordt gecontroleerd op correctheid.  Het kan best zijn dat de kinderen een eigen logisch verhaal opbouwen dat niet overeenkomt met de oorspronkelijke reeks.  Laat je verrassen!