G1.6.2 Ontwikkelingslijn tellen

De kinderen gaan opeenvolgend door volgende fasen:
akoestisch tellen -> synchroon tellen -> resultatief tellen.  We gaan hieronder dieper in op elke fase.

1.  Akoestisch tellen

pictogram_definitieDe kleuters kunnen de telrij tot 5 of tot 10 opzeggen (zonder voorwerpen).

 

Jonge kleuters kunnen soms perfect de telrij tot 20 opzeggen.  Ze zeggen als het ware een versje op, een geheugenoefening.  Dat wil nog niet zeggen dat de kleuter ook het getalbegrip tot 20 heeft verworven: hij weet bijvoorbeeld niet dat 13 meer is dan 12.

Caroline vindt dat haar zoontje van drie een wiskundewonder is, want hij kan al perfect tellen tot 30.

We vinden het uiteraard mooi dat Caroline trots is op haar zoontje, maar meer dan een bewijs van een goed geheugen is het niet.

Arwen (4 jaar) kan de maaltafel van drie opzeggen:
1 maal 3 is 3, 2 maal 3 is zes, …

Ook hier is het wellicht niet meer dan het opzeggen van een versje, een vorm van akoestisch vermenigvuldigen zonder echt te beseffen wat vermeningvuldigen eigenlijk is.

Akoestisch tellen kan (moet) op allerlei manieren gestimuleerd worden.  Denk aan liedjes als ‘hoedje van papier‘, spelletjes als verstoppen waarbij er tot 10 geteld moet worden of het vieren van een verjaardag met een vingervuurwerk (1, 2, 3 pssscht…).

 

2.  Synchroon tellen

pictogram_definitieDe kleuters zeggen de telrij op en linken de getallen via een één-één-verbinding met personen of voorwerpen.

 

Synchroon tellen kan

  • via verplaatsing

Lieze zegt de telrij op en haalt telkens 1 blokje uit de doos (tot er geen blokjes meer in de doos zitten).

  • via aanraking

Karif zegt de telrij op en raakt telkens 1 kleuter op het hoofd aan (tot hij de kring helemaal rond is).

  • via aanwijzing

Karif zegt opnieuw de telrij op en wijst telkens 1 kleuter aan (tot hij de kring helemaal rond is).

  • zonder verplaatsing, aanraking of aanwijzing

Noa zegt de telrij op en overloopt met zijn ogen alle vissen in het aquarium (tot hij alle vissen gezien heeft)

Kleuters maken in deze fase vaak nog fouten: een voorwerp overslaan, een getal vergeten, twee keer hetzelfde voorwerp tellen, …  Werken rond één-één-relatie ondersteunt het inoefenen van deze één-éénverbindingen.

Ook aftelrijmpjes (Janssens, 2006) zoals ‘Iene, miene, mutte‘ zijn interessant.  De kinderen leren dan elk woord van het versje koppelen aan één persoon.

 

3.  Resultatief tellen

pictogram_definitieDe kleuters hebben door dat tellen dient om een aantal te bepalen en dat het laatste getal in de telrij de hoeveelheid aanduidt.

 

 

Bij synchroon tellen is dat nog niet het geval.  De vraag ‘Hoeveel zijn het er?’ lokt het resultatief tellen uit.

Op het einde van een spelletjes memory tellen de kindjes de kaartjes die ze verzameld hebben.  Mira telt: “1, 2, 3, 4, 5, 6.  Ik heb zes kaartjes!”.

Tuur (3 jaar) telt resultatief (met aanwijzing) het aantal erwtjes:

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *