MK1.3 Ruimtefiguren

Een “lichaam” is een deel van de ruimte, begrensd door een gesloten oppervlak.
Concreet: je kan dus nergens ‘binnen’ in het inwendige.

Een “veelvlak” is een deel van de ruimte dat begrensd is door veelhoeken.

Een “piramide” is een veelvlak, begrensd door een n-hoek (het grondvlak) en n driehoeken (de opstaande zijvlakken) met één gemeenschappelijk punt.
Tip om te onthouden: een piramide heeft altijd een ‘top’ (= waar de driehoeken samen komen).

Een “prisma” is een veelvlak, begrensd door twee evenwijdige zijvlakken (grond- en bovenvlak) en waarbij de andere zijvlakken parallellogrammen (de opstaande zijvlakken) zijn.

Een “balk” is een prisma waarvan alle zijvlakken rechthoeken zijn.
Een “kubus” is een prisma waarvan alle zijvlakken vierkanten zijn.

Omwentelingslichamen

Een “bol” is een lichaam dat ontstaat door het wentelen van een cirkel om één van zijn middellijnen.
Een “cilinder” is een lichaam dat ontstaat door het wentelen van een rechthoek om één van zijn zijden.
Een “kegel” is een lichaam dat ontstaat door het wentelen van een rechthoekige driehoek om één van zijn rechthoekszijden.