MR2 Kwalitatief en kwantitatief vergelijken

pictogram_definitieBij kwalitatief meten wordt het meetresultaat niet uitgedrukt met getallen.  Er wordt geen maateenheid gebruikt.  De meting vertrekt vanuit een directe (visuele) waarneming.

Het resultaat wordt meestal uitgedrukt met de vergelijkende of overtreffende trap.

Sebastien en Helena staan met de rug tegen elkaar.  Robbe kijkt wie het langste is: “Helena is de langste!”.

Victor legt een steen in het ene bakje van een staande balans.  Hij legt een appel in het andere bakje en ziet dat het bakje van de steen dieper doorhangt dan dat van de appel.  Hij besluit: “De steen is zwaarder dan de appel.”.

Masha legt een groen en een blauw dekentje op elkaar.  Ze merkt op dat het blauwe dekentje groter is dan het groene dekentje.

pictogram_definitieBij kwantitatief meten wordt het meetresultaat uitgedrukt met getallen: een aantal keren een vooraf gekozen maateenheid.

Het besluit wordt gevormd op basis van de vergelijking van twee of meerdere getallen (aantal keer maateenheid).

Jef meet in zijn kamer de plaats waar een nieuwe kleerkast moet komen.  Hij stelt vast dat de voorziene ruimte vijftien voeten lang is.  In de Ikea loopt Jef langs kasten en meet telkens of ze maximum vijftien voeten lang zijn.
“Deze kast is tien voeten lang.  Tien is minder dan vijftien, dus de kast past in onze kamer.”

Jolien en Giometh spelen elk in de waterbak met een fles.   Ze wil weten wie de fles vast heeft waarin het meeste water kan.
Jolien: “In mijn fles kunnen er vier bekers water.”
Giometh: “In mijn fles kunnen er vijf.  Vijf is meer dan vier dus in mijn fles kan er het meeste water.”

Bij het kwantitatief vergelijken is er sprake van een “gekozen vergelijkingscriterium ter verbetering van het meetproces”.
Om preciezer te kunnen meten zal er een “maateenheid” gekozen worden.

Vanzelfsprekend zal die voor iedereen dezelfde zijn.

De kinderen mogen om ter verst springen.  De juf laat iedereen met de eigen schoen meten hoe ver ze elk hebben gesprongen.
Elke kleuter gebruikt dus een andere maateenheid (verschillende lengtes van schoenen) waardoor het komen tot een correct besluit onmogelijk is.  De juf kan hier beter haar eigen schoen gebruiken voor elke sprong.

Die maateenheid zal bovendien ook praktisch moeten zijn.  Dit veronderstelt dat zij gemakkelijk hanteerbaar moet zijn en ook doordacht moet gekozen zijn. Dit wil zeggen dat men de maat kiest i.f.v. de grootte van het te vergelijken aspect.

Kies bijvoorbeeld geen lucifers om de lengte van de klas te meten (de maateenheid is te klein) of een lange stok (1 meter) om de lengte van de kleuters te bepalen (de maateenheid is te groot want zal bij iedereen slechts 1 keer gebruikt kunnen worden waardoor een vergelijking niet mogelijk is).

Bewaren