MK2.2.1 Eigenschappen van spiegelbeelden ervaren

Eigenschap 1:  Een voorwerp en zijn spiegelbeeld zijn even groot

 De kleuters zullen dit het best ervaren door lichaamsdelen of een voorwerp op de spiegel te plaatsen.
De kleuter houdt zijn hand voor de spiegel (op een afstand) en ziet zijn hand in de spiegel.  De kleuterhand wordt steeds dichter bij de spiegel gebracht, de hand blijft zichtbaar in de spiegel.  Op het ogenblik dat de kleuterhand werkelijk op de spiegel ligt is de hand in de spiegel (het spiegelbeeld) niet meer zichtbaar.  De kleuterhand bedekt volledig zijn spiegelbeeld.

Hetzelfde kan men uitvoeren met voorwerpen.

Eigenschap 2: Een voorwerp en zijn spiegelbeeld nemen dezelfde plaats in t.o.v. de spiegel

De kleuter staat voor de spiegel. Hij springt omhoog, buigt door de knieën, gaat zijwaarts, spreidt de benen,… terwijl hij telkens op dezelfde afstand van de spiegel blijft.  De kleuter ziet dat zijn spiegelbeeld precies hetzelfde doet.  Opgelet, als men alleen deze eigenschap wil laten ervaren moet men bij zijwaartse bewegingen met lichaamsdelen zorgen dat deze symmetrisch zijn.

Een voorwerp wordt (op dezelfde afstand van de spiegel) opwaarts, neerwaarts of zijwaarts bewogen.  De kleuters stellen vast dat het spiegelbeeld van het voorwerp meegaat met het voorwerp.

Eigenschap 3: Een voorwerp en zijn spiegelbeeld bevinden zich even ver van de spiegel

De kleuter staat voor de spiegel, hij gaat naar de spiegel toe en ziet dat zijn spiegelbeeld steeds dichter komt.  Daarna gaat hij achteruit, zijn spiegelbeeld doet dat ook.  Bij kleinere spiegels kan men de spiegel zelf bewegen i.p.v. de kleuter.

Precies hetzelfde gebeurt bij voorwerpen.

Eigenschap 4: Een voorwerp en zijn spiegelbeeld zijn tegengesteld georiënteerd

Een zeer leuke ervaring met spiegels is dat je alles kan zien wat er zich achter jou bevindt zonder je om te draaien.

Laat de kleuter in de spiegel kijken en laat hem beschrijven wat hij ziet.  Neem de spiegel weg.  De kleuter ziet datgene wat hij zopas beschreven heeft niet meer.  Als je hem er laat naar zoeken (op dezelfde plaats blijven staan) dan zal hij merken dat hij zich moet omdraaien om het te zien.

Een andere leuke ervaring met spiegels is dat je kan zien wat zich achter iets bevindt zonder je te verplaatsen.

Bij onderstaande tekening zal een kleuter op de plaats A de twee blokken zowel voor de spiegel als in de spiegel zien.  Een kleuter op plaats B ziet voor de spiegel alleen de rode blok (de groene zit er achter weg), terwijl hij in de spiegel de twee blokken ziet.

Als leid-st-er kan je van die eigenschap gebruik maken om van in de onthaalhoek (bijvoorbeeld) andere hoeken te kunnen zien die weggestoken zijn door een kast of rekken.  Dit kan ook rustgevend werken voor de kleuters die jou dan ook kunnen zien terwijl zij aan het spelen zijn.

Door een goede plaatsing van een aantal spiegels kan je zo je ganse klas of afgelegen plaatsen overzien.