MK2.2.2 Driedimensionale spiegelbeelden

Wanneer kleuters elkaars spiegelbeeld spelen hebben zij daar eigenlijk weinig of geen last mee.  De problemen komen wanneer wij naar het verwoorden toe en met asymmetrische bewegingen willen werken.

In onderstaande tekening is er geen probleem met kleuter A en zijn spiegelbeeld A’, beiden steken beide armen in de lucht.

Kleuter B steekt zijn linkerarm omhoog en houdt zijn rechterarm zijwaarts.  Zijn spiegelbeeld B’ steekt zijn rechterarm omhoog en houdt zijn linkerarm zijwaarts.  Het verwoorden van deze situatie kan heel wat moeilijkheden geven.

Wanneer kleuters daar moeilijkheden mee hebben kan men volgende situatie uitspelen om alles te verduidelijken.  Kleuter B staat voor de spiegel, kleuter C staat naast de spiegel.  Kleuter B steekt zijn linkerarm omhoog en kleuter C doet precies hetzelfde als het spiegelbeeld B’ van B.  Beide kleuters verwoorden welke arm zij omhoog steken.  Analoge werkwijze voor de gestrekte arm.

Op het eerste zicht lijkt dit misschien ver gezocht doch heel wat kleuters hebben moeite met het onderscheid tussen “precies hetzelfde doen” en “elkaars spiegelbeeld zijn” als zij tegenover elkaar staan.

Met voorwerpen komt men bijvoorbeeld dezelfde situatie tegen als men de tafel wilt dekken voor twee tegenover elkaar zittende personen, zonder dat men rond de tafel loopt.

Bovenstaande situatie is ook een voorbereiding op het verwoorden van situaties op prenten, waar personen (in vooraanzicht) bepaalde handelingen verrichten.