- Bewerking: het optellen, de optelling.
- Bewerkingsteken: “+” (plus).
- Onderdelen: 4 + 3 = 7 (termen = som)
- Eerst handelen, daarna noteren. De handeling komt neer op “samen nemen, bijdoen, vermeerderen”.
Optellen zonder brug:
Merk op: 11 + 3 is ook een optelling zonder brug (binnen eenzelfde tiental).
Optellen met brug
Er wordt eerst aangevuld tot 10 (9 + 1) en dan gekeken hoeveel er over blijven (4).
‘Met brug’ betekent dus over het tiental heen optellen.
Let op: ‘meer’ is niet altijd hetzelfde als ‘plus’!
- Marie heeft 5 snoepjes. Bram heeft 2 snoepjes meer dan Marie. Hoeveel snoepjes heeft Bram?
- Bram heeft 5 snoepjes. Marie heeft 2 snoepjes. Hoeveel snoepjes meer heeft Bram?