B6 Oefeningen

Oefening 1

Astor speelt met de auto’s. Hij bouwde een carwash met blokken. Er zitten al drie auto’s in de carwash terwijl er nog drie aanschuiven. “Er moeten zes auto’s gewassen worden.” zegt hij. Wanneer de volgende auto mag binnenrijden (4 binnen, 2 buiten), vraagt de juf hoeveel auto’s er nu zijn. “Nog steeds zes!” roept Astor.

  • Aan welke rekenvoorwaarde wordt hier gewerkt? Leg uit waarom.
  • Doet Astor een statische of dynamische optelling om tot het besluit ‘er zijn zes auto’s’ te komen? Leg uit waarom.
  • Is deze optelling met of zonder brug? Leg uit waarom.

Oplossing

Oefening 2

In de derde kleuterklas wordt gewerkt rond het BC circus.

  • Bedenk een oefening met de rekenhandeling ‘delen’ binnen dit BC.
  • Welk soort deling is je eigen voorbeeld?
  • Wat zijn de verschillende onderdelen bij een delen? Vul aan: … : deler = … ( … )

Oplossing

Oefening 3

Er wordt gewerkt in de derde kleuterklas rond het voertuigen.

  • Geef binnen het thema een voorbeeld van een dynamische aftrekking met de kinderen zelf.
  • Hoe voeren kinderen aftrekkingen uit met de cuisinaire staafjes? Geef twee kritische bemerkingen bij dit materiaal.

Oplossing

Probeer eerst zelf de oplossingen te bedenken.  Scroll dan verder naar beneden om de oplossingen te lezen.

 

 

 

 

 

 

 

 


Oplossingen


Oefening 1

Astor speelt met de auto’s. Hij bouwde een carwash met blokken. Er zitten al drie auto’s in de carwash terwijl er nog drie aanschuiven. “Er moeten zes auto’s gewassen worden.” zegt hij. Wanneer de volgende auto mag binnenrijden (4 binnen, 2 buiten), vraagt de juf hoeveel auto’s er nu zijn. “Nog steeds zes!” roept Astor.

  • Aan welke rekenvoorwaarde wordt hier gewerkt? Leg uit waarom.
    Splitsen van hoeveelheden.  Astor weet dat zes kan opgesplitst worden in ‘3 en 3’ of ‘4 en 2’.
    Conservatie van hoeveelheid wordt ook goedgekeurd.  Astor beseft dat de hoeveelheid hetzelfde blijft ongeacht de plaats in de ruimte als je er niks aan toevoegt of wegneemt.
  • Doet Astor een statische of dynamische optelling om tot het besluit ‘er zijn zes auto’s’ te komen? Leg uit waarom.
    Statische optelling.  Astor kan de optelling uitvoeren zonder dat er auto’s aan toegevoegd worden.  Er is geen optellende beweging.
  • Is deze optelling met of zonder brug? Leg uit waarom.
    Dit is een optelling zonder brug.  De optelling gebeurt binnen eenzelfde tiental.


Oefening 2

In de derde kleuterklas wordt gewerkt rond het BC circus.

  • Bedenk een oefening met de rekenhandeling ‘delen’ binnen dit BC.
    Er zijn 9 leeuwen en 3 kooien.  De kleuters moeten in elke kooi evenveel leeuwen steken.  Hoeveel leeuwen zitten er dan in elke kooi?
  • Welk soort deling is je eigen voorbeeld?
    Dit is een verdelingsdeling.  Het aantal groepen is vooraf gekend.
  • Wat zijn de verschillende onderdelen bij een delen? Vul aan: … : deler = … ( … )
    Deeltal : deler = quotiënt (rest)


Oefening 3

Er wordt gewerkt in de derde kleuterklas rond het voertuigen.

  • Geef binnen het thema een voorbeeld van een dynamische aftrekking met de kinderen zelf.
    B.v.  Je vormt een trein met de kinderen.  Bij elke halte stappen er kinderen af.
    B.v.  Een postbode met de fiets.  Hij rijdt rond en haalt per adres brieven/tijdschriften uit zijn zak.
  • Hoe voeren kinderen aftrekkingen uit met de cuisinaire staafjes? Geef twee kritische bemerkingen bij dit materiaal.
    De kinderen zoeken de bijhorende staafjes: b.v. 9 min 2 => blauw min rood.  Ze zoeken het staafje dat het rode staafje opvult tot de lengte van het blauwe staafje.  Ze vinden het zwarte staafje en weten dat het 7 voorstelt.
    Bemerkingen:

    • net als met de gekleurde flessen voor de dagen van de week leren kinderen rekenen met kleuren in plaats van met getallen.  Het memoriseren van kleuren gelinkt aan getallen lijkt weinig zinvol.
    • Sommige soorten staafjes zijn niet onderverdeeld in aparte eenheden (discontinue hoeveelheden).  Kinderen moeten dus van buiten weten welke kleur voor welk getal staat.